Tagarchief: ontwikkelingssamenwerking

Minister Ploumen valt ‘oude’ ontwikkelingshulp hard aan

Old school, zij dragen nog de White Man’s Burden en leven in de tijd van de cassettes, terwijl daar allang geen MP3 muziek meer inpast. Minister Ploumen viel in een speech donderdag de ontwikkelingsexperts hard aan.

Wat ging eraan vooraf? Ploumen moet heel veel bezuinigen op ontwikkelingshulp en heeft tegelijkertijd de opdracht handel te bevorderen. Afgelopen zaterdag stond er een groot stuk in de Volkskrant van haar reis in Ethiopië. Zij zag dat land niet meer is zoals wij dat kennen van dertig jaar geleden; van de uitgemergelde kindjes, honger en Live Aid.

Het artikel beschreef haar enthousiasme voor bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen en volgens haar prima bijdragen aan de ontwikkeling van het land. In de gedachte van de jaren 70 slogan ‘Trade not Aid’ riep ze dat ontwikkelingshulp (met de nadruk op ‘hulp’) eindig is – was dat niet immers ooit de bedoeling geweest.

Door een wesp gestoken
Zoals dat gebruikelijk is in de sector van Ontwikkelingssamenwerking komen dan de reacties van de experts die alle veranderingen wegen en, beargumenteerd, streng afkeuren. ‘Hulp en handel gaan niet samen’, ‘Geen geld van de armen naar bedrijven’ en ‘Dit is geen PvdA- maar VVD-beleid’ was zo’n beetje de strekking van de reacties. Ploumen reageerde er ongekend fel op, als door een wesp gestoken.

Ontwikkelingshulp is als een oud cassettebandje, sprak ze. Sommige experts vinden dat blijkbaar ‘nostalgisch’, maar we zijn al een paar stappen verder. De opvolger van het cassettebandje, de CD, is ook al op zijn retour. Met andere woorden: de wereld is veranderd en ontwikkelingshulp is daarin marginaal geworden.

Dat willen de experts maar niet inzien, klonk het door in de woorden van de minister. Ze sneerde: ‘Jullie dragen nog steeds de White Man’s Burden’ (kort gezegd: West-Europa draagt nog steeds de last cq. voelt de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van Afrika). De experts die zich daaraan blijven vasthouden, ‘frame-de’ ze als old school.

Wederzijdse voordelen
In Ethiopië, had de minister gemerkt, vinden de mensen het prettig dat er nu naast hulp ook gesproken kan worden over handel drijven, met wederzijdse voordelen.

Ja, ja, ze was vast op de mooie plekjes geweest in Ethiopië, reageerde de wetenschapper die nota bene uitgebreid had geschreven hoezeer Afrika is veranderd en dat onze beeldvorming over dat continent is vastgeroest. Ja, ja, schreven andere critici, alsof de commercie alle problemen oplost. En ja, ja,… etc.

Het artikel in de Volkskrant kun je blijkbaar op verschillende manier lezen. Ik las het als een enthousiast betoog waarin ze ook kijkt naar andere mogelijkheden voor haar beleid. Als bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen, heeft dat potentie om ontwikkeling op gang te helpen.

De minister moet diep snijden in de kosten, tot (niet onterecht) chagrijn van de ontwikkelingsorganisaties: 20 procent van het budget is er al af en er gaat nog meer komen. Tegelijkertijd wil Ploumen ook veranderingen doorvoeren, en daarin krijgt ze de sector van ontwikkelingsorganisaties maar moeilijk mee.

‘Praat eens wat minder’
De irritatie over de reacties zit diep, dat merk je aan haar speech. Ze liet zich verleiden ook te roepen dat de sector minder moet lullen en meer moet poetsen (ze zei, in iets nettere bewoordingen, letterlijk: a little less conversation, a little more action please). Ze sprak de woorden uit op nota bene een ‘discussiebijeenkomst’ over ODA, de officiële ontwikkelingshulp (van de heilige 0,7).

‘Ja, mondiale vrede en rechtvaardigheid zijn belangrijk, en ja, inclusieve en duurzame ontwikkeling zijn belangrijk, en ja, we hebben een mondiaal bestuur en een nieuwe definitie van ODA, en ja, de publieke goederen zijn een van de grootste uitdagingen.’ Met zoveel woorden zei Ploumen: we zijn het over heel veel dingen eens, en daar kunnen we weer lang over spreken, maar laten we die theorie nu eens in de praktijk gaan brengen.

En daarvoor is samenwerking nodig tussen verschillende partijen, internationale samenwerking. Met andere woorden: doe die cassetterecorder (de hulp) nu eens weg en installeer Spotify of iTunes op je computer. Maak de sprong eens naar 2013!

Scheve beelden blokkeren vernieuwing


caution seniorsfoto cc: Calamity Meg

Hoe blokkeert onze beeldvorming vernieuwing? Twee stukken in de Volkskrant van afgelopen zaterdag over twee verschillende onderwerpen, maar met opvallende gelijkenissen, laten zien hoe achterhaalde beelden vernieuwing in de weg zitten. Door anders te kijken ontstaan nieuwe mogelijkheden.

Minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking reisde door Ethiopië, u weet wel, dat land van hongersnoden, uitgemergelde kindjes en Life Aid. Niets is tegenwoordig minder waar: de economie van het land is booming en een aantal Nederlandse bedrijven heeft ingezien dat het er goed handel drijven is. Ploumen meldt daarop dat ontwikkelingssamenwerking zijn langste tijd gehad heeft. Handel werkt beter. Trade not aid was al de slogan in de jaren 70.

Straatarm
De beeldvorming van landen in nood is een hardnekkige. Voor alle duidelijkheid: Ethiopië is nog zeker niet van haar noden af, maar is ook zeker niet meer dat ‘uitgemergelde’ land zoals we dat op ons netvlies hebben ingeprint gekregen. Maar die beeldvorming van straatarm zorgt er wel voor dat we hulp willen blijven bieden zoals we dat altijd gedaan hebben. En vinden dat we dat moeten blijven doen, in dezelfde mate en onder dezelfde condities. Nu er iets nieuws bij komt of deels voor in de plaats komt, zijn ontwikkelingsdeskundigen sceptisch.

Het tweede verhaal in de Volkskrant gaat over ouderen in onze samenleving. Die worden gezien als een probleem. Waarom? Omdat de grijsaards eenzaam en zielig zijn, slecht ter been achter een rollator aanlopen en verantwoordelijk zijn voor onze hoge zorgkosten. Of – andersom – na hun 65ste ongegeneerd hun Zwitserleven-gevoel najagen en hun pensioenrechten fel verdedigen ten koste van de jongere generatie.

Succesverhaal
Ook die beeldvorming is eenzijdig en staat anders denken over die groep in de weg. Rudi van Westendorp, hoogleraar Oudergeneeskunde aan het Leids Universitair Medisch Centrum en oprichter/directeur van de Leyden Academy on Vitality and Ageing, geeft een paar mooie nuances om met dat scheve beeld af te rekenen. De Nederlanders zijn enorm veel ouder geworden (‘een succesverhaal’), we blijven langer gezond en zijn relatief minder jaren ziek. We blijven langer zelfstandig wonen en zijn veel langer actief; we sporten nog op hoge leeftijd en doen veel nuttig vrijwilligerswerk. Met andere woorden: de kwaliteit van het leven neemt toe. Daarom moeten we ouderen niet zien als een probleem, maar als een mogelijkheid.

Mensen boven 65ste moet je niet buiten de maatschappij plaatsen, als melaatsen die buiten de stad werden gehouden. Ze kunnen tussen hun 65ste en 75ste nog prima werken, op hun manier en in het tempo dat ze aankunnen, met flexibele arbeidscontracten. Dat helpt ouderen zelf ook. Want, zegt Van Westendorp, ‘als je een zinvolle bijdrage kunt leveren, betaald of onbetaald, voel je je als mens gewoon beter. Om nou alleen maar sikkeneurig je pensioenpaleisje tegen de boze buitenwereld te verdedigen, daar word je zelf echt niet echt mooier van’.